De Nederlandse handbalsters hebben zichzelf op het WK in Japan een slechte dienst bewezen. De ploeg van bondscoach Emmanuel Mayonnade ging in Kumamoto met 27-24 onderuit tegen Denemarken.
Oranje is ondanks de tweede nederlaag in de hoofdronde van het toernooi (gisteren werd verloren van Duitsland) nog niet kansloos voor het bereiken van de halve finales, al hangt het team wel aan een zijden draadje. Nederland heeft lot hoe dan ook niet meer in eigen hand.
De ploeg moet woensdag in het laatste groepsduel Zuid-Korea verslaan en is dan afhankelijk van de resultaten van Noorwegen en Duitsland.
Denemarken start sterk
Oranje kon in het begin nauwelijks gaten vinden in de hechte Deense defensie en als die al omzeild werd, bleek de sublieme keepster Sandra Toft een sta-in-de-weg.
Dankzij Estavana Polman haakte Nederland nog aan tot 4-4, waarna vier tegentreffers op rij bondscoach Emmanuel Mayonnade dwongen tot een time-out.
Oranje pakte het daarna aanvallend even iets doortastender aan. Bij een stand van 9-11 leek het gat bijna gedicht. Denemarken liep in de laatste minuten voor rust toch weer weg, waardoor Nederland halverwege tegen een flinke tegenstand aankeek: 9-14.
Kloof niet gedicht
De pauze leek Oranje goed te hebben gedaan. Mede dankzij een paar missers in de Deense aanval werd het 12-14. Polman en Loïs Abbingh misten daarna echter in overtal voor leeg doel, waardoor de kloof opnieuw niet helemaal kon worden gedicht.
In het laatste kwart van de wedstrijd maakte Nederland het alsnog heel spannend. Het tempo ging omhoog en van 16-21 werd het 20-21.
Toch zou ook die inhaalrace tot niets leiden. Denemarken was op tijd weer bij de les en speelde de wedstrijd slim uit.
Bron: NOS
